Gedenktekens
Rotterdam kent meer dan driehonderd gedenktekens, waarvan er minstens honderd verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog. Deze gedenktekens bevinden zich door de hele stad: van de Steen aan de Zweth in Overschie, tot het Bevrijdingsmonument in Vreewijk of Channel Crossing to Life in Hoek van Holland.
Via de knop 'Gedenkteken-kaart' komt u op een kaart van Rotterdam.
Daarop kunt u niet alle gedenktekens zien, maar wel die verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog:
- Een groene stip op de kaart staat voor een oorlogsmonument.
- De gele stippen zijn zogenaamde 'Struikelstenen', ook wel 'Stolpersteine'.
Zo'n struikelsteen geeft aan dat er op dat adres joden hebben gewoond, die slachtoffer werden van het nationaalsocialisme. - De rode stippen markeren het gebied dat door het bombardement op 14 mei 1940 is verwoest: de Brandgrens.
comp:000061aeea6e:00000000ed:592d@/zoek-en-ontdek/gedenktekens/index.xml
-
Gedenktekens zijn er in alle vormen en maten. In Rotterdam zijn er onder andere plaquettes aan de muur, gedenktegels in de stoep en standbeelden op de pleinen. Hieronder staan voorbeelden van de verschillende categorieën gedenktekens.
-
Hebt u een vraag over een gedenkteken? Stuur dan een e-mail naar gedenktekens@rotterdam.nl.
-
Officiële gedenktekens zijn gedenktekens die van waarde zijn voor buurt, stad, land of internationaal. Deze gedenktekens vertellen het verhaal van de stad, en moeten dus door veel mensen begrepen kunnen worden. De verwoeste stad van Ossip Zadkine is het bekendste officiële gedenkteken: het beeldt de verschrikking van het bombardement op Rotterdam uit.
Informele gedenktekens zijn persoonlijke gedenktekens. Ze zijn van belang voor bijvoorbeeld de nabestaanden van een overleden persoon. Denk aan een gedenktegel of een bank met een gedenkplaatje.
-
Wilt u een gedenkteken aanvragen, ga dan naar de website van de gemeente: gedenkteken in de openbare ruimte aanvragen.
Vroeger en nu
In 1622 kreeg Rotterdam zijn eerste gedenkteken: het standbeeld van Erasmus, gemaakt door Hendrick de Keyser. Sindsdien zijn er enkele honderden gedenktekens bijgekomen. Deze groei begint in de negentiende eeuw. Toen waren het vooral grote beelden en sculpturen zoals het Monument 1872 of het Van ’t Hoffmonument. Gedenktekens uit deze tijd herinneren aan grote, inspirerende personen uit het verleden of aan belangrijke gebeurtenissen. De locatie voor een gedenkteken was vaak midden op een plein: zo was voor iedereen duidelijk wat er collectief herdacht moest worden.
Na de Tweede Wereldoorlog raakt de groei van het aantal gedenktekens in een stroomversnelling. Op de plekken waar tijdens de oorlog verzetsmensen werden neergeschoten, worden witte houten kruizen geplaatst. Ook laten bedrijven plaquettes of beelden plaatsen ter nagedachtenis aan omgekomen medewerkers tijdens de oorlogsjaren. Tegelijkertijd worden er grote, collectieve gedenktekens ontwikkeld zoals het Monument voor alle gevallenen op het Stadhuisplein. De initiatieven komen vanuit burgers en bedrijven.
Jarenlang was onduidelijk wat er wel én niet herdacht moest worden, waar het gedenkteken het beste geplaatst kon worden en hoe het eruit moest komen te zien. In 2018 heeft de gemeente regels hiervoor opgesteld.