Als Riek Bakker in 1986 aan het roer komt van de dienst Stadsontwikkeling raken de herinrichtingsplannen voor het grotendeels verlaten havengebied Kop van Zuid in een stroomversnelling. Bakker onderstreept de potenties van het gebied en pleit voor grootscheepse herstructurering waarbij de nieuwe Kop van Zuid een onderdeel van het centrum van de stad zal worden. Architect Teun Koolhaas krijgt de opdracht de plannen verder te ontwikkelen en deze zo verleidelijk mogelijk te presenteren. Het masterplan Kop van Zuid wordt in september 1991 vastgesteld door de Rotterdamse gemeenteraad.
Verlaten havengebied
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw verliezen veel traditionele havengebieden in Europese steden geleidelijk hun functie door de verplaatsing van de havens buiten de stad. Al kort na WOII blijken de Rotterdamse havens die rond het einde van de 19e eeuw op Zuid zijn gegraven niet meer te voldoen aan de eisen van de moderne tijd. Nieuwe, modernere, grootschalige haventerreinen worden in westelijke richting ontwikkeld, op de Maasvlakte en in de Europoort. De veranderingen in de haven vallen samen met het verlies van industriële bedrijvigheid in de stad. De economische activiteiten lopen terug en de haventerreinen worden nauwelijks meer benut. De Kop van Zuid wordt meer en meer een vergeten en desolaat gebied. Daarbij vormt het oude haventerrein ook nog eens een wig tussen de achterliggende woongebieden op Zuid en de Noordelijke Maasoever. (Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.)